maandag 24 juni 2013

Onderwijs: signaleren is niet voldoende!

Ik geef veel voorlichtingen op basisscholen: voor het hele team. Leerkrachten, directie, ib-ers en soms ook de conciërge erbij. Mooi om te doen, maar soms.... soms schrik ik.

De professionals binnen het onderwijs zijn de enige beroepsgroep die 100% van alle kinderen in Nederland zien. Als zij niet signaleren, wie doet het dan? Niet alle kinderen gaan naar de kinderopvang of doen activiteiten bij het jeugd- en jongerenwerk. De Jeugdgezondheidszorg ziet nagenoeg alle kinderen, maar als er niets aan de hand lijkt te zijn, is dat op de basisschool beperkt tot 2x per schoolloopbaan. Daarmee ligt er een grote verantwoordelijkheid bij een team op een basisschool. Want als je je bedenkt dat het gemiddeld 7 jaar duurt eer kindermishandeling aan het licht komt, is er nog veel, heel veel winst te behalen om kinderen eerder te helpen!

Er is veel betrokkenheid op scholen. Leerkrachten staan voor hun leerlingen! Ze doen er alles aan om het goed te laten gaan met 'hun' kinderen. Uit mijn verleden in de jeugdhulpverlening, weet ik dat ze soms te veel doen. Té lang doorgaan, té laat ingrijpen, té lief zijn. Dat ze denken dat het 'allemaal wel meevalt'. Ergens op een school afgelopen weken zei een ervaren leerkracht: "Signaleren kunnen we wel, maar handelen....dat is moeilijk" en daarmee vat ze exact samen wat ik veel tegenkom.

Want dan sta ik voor een schoolteam en geef voorlichting over de Meldcode Huiselijk Geweld & Kindermishandeling en de Verwijsindex. En vaak komen er voorbeelden naar voren van kinderen die in hoofden 'oppoppen' als ik signalen benoem. Dan blijkt dat elke leerkracht wel een kind weet waar zorgen om zijn. Soms is er al hulp in het gezin aanwezig, maar vaak ook niet of school weet niet of ouders / gezin hulp ontvangen. En dan komt de vraag: "wat kunnen we doen als school?". Mijn antwoord is steevast: "ga in gesprek met de ouders, want als jullie het niet doen, wie doet het dan?" en natuurlijk is dat lastig. Zeker als het gaat om oudersignalen: een zwakke thuissituatie, ouders die pedagogisch onmachtig zijn of waarbij het vermoeden is dat er een verslavingsproblematiek speelt. En toch moet het! En als je niet weet hoe te starten, neem dan contact op met bijvoorbeeld het CJG, het AMK of de jeugdverpleegkundige en bespreek met elkaar hoe jij het gesprek vorm gaat geven. Er zijn veel professionals die je in gespreksvoering kunnen coachen.

Start met de gesprekken als de signalen nog niet al te groot zijn, maar benoem ook de kleine dingen als je ouders spreekt. Dat kan al bij tijdens het ophalen na schooltijd. Daarvoor hoef je geen apart oudergesprek te beleggen. Laat merken dat je het kind ziet en ouders serieus neemt als opvoeder. Daarmee bouw je vertrouwen op en heb je een basis om op te bouwen als signalen op gegeven moment écht vragen om actie. Als school het gesprek niet aangaat, doet wellicht niemand het voordat de problemen te groot zijn. Ouders willen uiteindelijk ook het beste voor hun kind. Hun (onveilige) manier van opvoeden komt meestal voort uit onmacht, onkunde of een opeenstapeling van problemen. Veel ouders zullen opgelucht zijn als school met hen in gesprek gaat. Want uiteindelijk is er één gezamenlijk belang: het kind!

Zet het kind en de samenwerking centraal. Veroordeel ouders niet, beoordeel ouders niet, maar ga in gesprek vanuit je professionele betrokkenheid bij het kind. Doe dat in een vroeg stadium, bij relatieve lichte signalen. Volg de stappen van de Meldcode, gebruik de Verwijsindex en neem je professionele verantwoordelijkheid om niet alleen te signaleren, maar ook te handelen! Niet omdat per 1 juli de wet zegt dat moet, maar omdat je een kind kunt helpen om op te groeien in een betere, veiligere thuissituatie!


zondag 26 mei 2013

Verwijsindex voorkomt familiedrama's?

De afgelopen weken heeft Nederland in het teken gestaan van Ruben en Julian en de oorzaken en afschuwelijke gevolgen van de vechtscheiding van ouders. En van het feit dat er al 10 instanties betrokken waren en dat niemand iets gedaan zou hebben.... Kan de Verwijsindex dit soort situaties voorkomen?

Mijn antwoord: Nee! De Verwijsindex is een hulpmiddel, geen wondermiddel. Helaas..... Tegen een ouder verblind door woede, haat of met een psychische stoornis kan niemand zich wapenen. Dus ook de Verwijsindex kan dit niet voorkomen.

Maar, afgelopen week gaf ik weer een training Verwijsindex en Meldcode. Daarnaast was ik op 2 scholen om aan het hele team voorlichting te geven. Waar ik voorheen Savannah en Gessica als ultieme voorbeelden gebruikte van slechte samenwerking, kan ik er niet omheen om Ruben en Julian nu ook te noemen. Want 10 instanties... dat is toch wel veel. En ik denk, ook echt té veel. En daar zou de Verwijsindex wel wat aan kunnen veranderen.

Ik weet  niet welke instanties betrokken waren en zijn. Ik weet niet of het allemaal hulpverleners waren en of ze tegelijkertijd of na elkaar met het gezin aan de slag gingen. Waren ze er voor één van de gezinsleden of werkten ze systeemgericht? Wisten ze van elkaar dat ze bij het gezin of een gezinslid betrokken waren?'

Vragen waarop ik geen antwoord heb. Maar één ding vraag ik me wel af: had er bij nummer 3, 4 of 5 niet harder aan de bel moeten worden getrokken? Is er toen met het gezin en familie / informeel netwerk rond de tafel gezeten om te kijken naar de gang van zaken en hoe het was voor de jongens? Is er toen gewerkt met een vaste coördinator van zorg?

De Verwijsindex geeft zicht op betrokkenen, dwars door domeinen en zowel vanuit de jeugd- als de volwassenketen. Als duidelijk wordt dat er veel instanties betrokken zijn, is het aan de coördinator van zorg om samen met het gezin en betrokkenen te kijken wie eruit kan stappen. Een gezin is niet gebaat bij -tig hulpverleners maar bij een duidelijk aanspreekpunt die het meeste zelf op kan pakken. Die een specialist alleen invliegt op een specifiek onderdeel.

Voorwaarde is wel dat de Verwijsindex goed is geïmplementeerd in de gemeente, regio en daar buiten. Dus: breed qua type organisaties en vanuit visie van vroegsignalering en samenwerking. Niet vanuit risico's, maar vanuit zorg. Als hulpmiddel voor hulpverleners en ouders waarbij de registratie aanleiding is tot een inhoudelijk gesprek over situatie, doelen en betrokkenen. Want alleen een registratie is niet voldoende: er moet ook opvolging zijn!

Te laat voor Ruben, Julian en andere kinderen. Maar hopelijk op tijd voor andere kinderen en hun gezinnen. Gebruik je eigen netwerk, je eigen lijnen maar ook de Verwijsindex. Voor die betrokeknen die je anders nét gaat missen... Doen!

vrijdag 10 mei 2013

Casusoverleg: opheffen of doorzetten?

1 Gezin, 1 Plan, 1 Regisseur (1G1P1R): dat is wat je overal hoort. Het gezin bepaald: de 'regiehouder', de doelen en de aanpak. Waarom is er dan nog casusoverleg nodig? Waarom zitten er professionals bij elkaar om óver het gezin te praten i.p.v. mét het gezin? Waar zijn de ouders en jongere? Waarom zitten professionals aan tafel die het kind / gezin niet kennen? En zitten wel alle betrokken aan tafel? Meestal niet...Dus: weg met het casusoverleg!

Jeugdzorg moet allemaal sneller, simpeler en vanuit eigen kracht van het gezin. Domeinen binnen Jeugd- en Volwassenzorg moeten met elkaar verbonden worden. Het komt nog te vaak voor dat professionals vol goede bedoelingen in een gezin aan het werk zijn en dat van elkaar niet weten. Er is lang niet altijd sprake van een samenhangende aanpak! Het recente ITJ-rapport 'leren van calamiteiten' geeft hier meerdere voorbeelden van. 1 Gezin, 1 Plan, 1 Regisseur (1G1P1R): het is nog geen gemeengoed.
 
Uitgangspunt zou moeten zijn: het gezin en degene die zij bij het gesprek willen hebben. Dat zijn natuurlijk de gezinsleden, maar ook betrokkenen uit hun informele netwerk. En daarnaast de betrokken professionals. Dus de informatie van het gezin en matches in de Verwijsindex bepalen wie er aan tafel komt. Professionals zijn dienstbaar en behulpzaam aan het gezin en ondersteunen het gezin om de doelen te behalen. Maar wel ten alle tijde met hun professionaliteit in hun rugzak: oog voor de individuele gezinsleden voor wat betreft veiligheid (!), ontwikkeling en aandacht. De professional kan aangeven of specialistische zorg / onderzoek / meekijken nodig is en waarom: gerelateerd aan de doelen van het gezin(-slid). Dus samen met het gezin wordt een gezinsplan opgesteld, met duidelijke doelen en afspraken. En als dat gebeurd met de juiste mensen in de kamer, is casusoverleg niet nodig.

Schrappen dus, dat casusoverleg. Scheelt een hoop tijd, geld en energie.

Maar dat casusoverleg....dat gaat toch niet alleen over gezinnen? Elkaar persoonlijk kennen leidt tot korte lijntjes. Je wisselt ideeën en ervaringen uit. Nieuwe interventies, cursussen en aanbod wordt benoemd. Je kunt je aanpak bespreken en het is vaak ook nog gezellig!

Klopt allemaal. Maar dat is / was niet het doel van een casusoverleg. Toch zijn die doelen belangrijk, zeker weten. Dus is het van belang om te kijken hoe je hierin kan faciliteren. Daar zijn vele mogelijkheden voor. Ik denk aan: nieuwsbrieven; kenniscafé's; netwerkborrel; intervisie of deskundigheidsbevordering voor professionals van verschillende organisaties (bv. vanuit het CJG). De opkomende wijk- en buurtteams zijn al multi-disciplinair. Daar kun je als professional dus prima terecht voor dat stukje intervisie voor dat ene gezin.

Dus ja: het casusoverleg kan weg. Maar niet zomaar. Professionals moeten kunnen werken met de principes van coördinatie van Zorg (o.a. WAC-principes). En de zij-effecten van het casusoverleg moeten wel op de een of andere manier gerealiseerd worden. Dat kan met minder uren, minder tijd en dus minder geld. Uiteindelijk komt het de klant ten goede.

p.s.: en ik denk dat veel professionals het uiteindelijk ook prettiger vinden om zo te werken!

woensdag 27 maart 2013

Verwijsindex en Meldcode: ze ondersteunen elkaar!

Verwijsindex en Meldcode worden regelmatig gezien als twee aparte zaken. En dat is jammer, want ze werken aanvullend en ondersteunend aan elkaar. Beide gaan over zorg en beide gaan over samenwerken: met ouders én met professionals.

Per 1 juli a.s. wordt de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling wettelijk verplicht voor de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. De Verwijsindex is onderdeel van de Wet op de Jeugdzorg. Gemeenten zijn verplicht een Verwijsindex te hebben en het gebruik te bevorderen.

Bevorderen? Hoe dan? Uit ervaring in Eemland blijkt dat het helpt om het verhaal van de Meldcode én dat van de Verwijsindex integraal aan te bieden. Het een versterkt de ander, want bij beide gaat het om zorg. Geef de Verwijsindex dus de logische plaats in de Meldcode die van toepassing is en er worden meerdere doelen bereikt.

De Meldcode richt zich op Huiselijk Geweld (HG) en Kindermishandeling (KM). Maar stap 1 t/m 3 gaan over signalen. Signalen van zorg in brede zin. Het kunnen signalen zijn die duiden op HG of KM, maar dat hoeft niet! Een instabiele thuissituatie; teruggetrokken gedrag bij een jongere; een kind met kapotte en te kleine kleding... het kunnen signalen van HG of KM zijn, maar dat hoeft niet! Er zijn meer factoren die aan deze signaen ten grondslag kunnen liggen en velen daarvan hebben niets te maken met HG of KM! Maar het gaat om het signaleren, juist de lichte signalen. Want hoe vroeger die signalen met het gezin bespreekbaar gemaakt worden, hoe gemakkelijker het is om het gezin te (onder-)steunen in het regelen van hulp of begeleiding. Zonder drang- of dwang.

In stap 1 gaat het om di signalen. In stap 2 bespreek je met een collega hoe je die signalen moet interpreteren. En dan komt ook de Verwijsindex aan bod: is het al nodig om dit kind in de Verwijsindex te registreren? Waarom wel of waarom niet? Stap 1 en 2 (en ook stap 3) kunnen meerdere keren voorkomen. Maar: er komt een moment waarin je je zorg met de ouders bespreekt. Je zet het kind en de zorg centraal. Geen oordelen, niet veroordelen, maar vanuit je professionaliteit de zorg om de jeugdige delen met de ouders. In dit gesprek vertel je ook dat je wilt samenwerken. Met ouders én met professionals. De Verwijsindex is het hulpmiddel dat de samenwerking tussen professionals ondersteunt. Het daadwerkelijk registreren in de Verwijsindex, doe je pas nádat je ouders hebt geïnformeerd. Open en transparant werken is van belang. Door eerst te vertellen en dan pas de handeling te doen, weet de ouder eerder dat er een match gaat ontstaan dan dat jij als professional dat weet.

En vroegsignalering is de grondslag voor de Verwijsindex. Eén licht signaal hoeft niets te betekenen, maar twee? of drie? Samen kunnen meerdere lichte signalen (uit verschillende domeinen) leiden tot een compleet beeld. Een beeld wat besproken wordt met ouders en waar opgegeven moment ook stap 4 van de Meldcode een plek krijgt: het wegen van de zorg. Lijkt er toch sprake te zijn van HG of KM? Dan ga je als professional naar het AMK of het SHG. Maar is er sprake van andere zorg? Dan zoek je samen naar de passende route om die zorg op te heffen. Bijvoorbeeld m.b.v. het CJG, de jeugdgezondheidszorg, een generalistisch wijkteam, bovenschoolse zorg of een meer specialistische organisatie zoals MEE of 1e-lijnszorg.

Daar waar meerdere partijen betrokken zijn, wordt een Plan van Aanpak gemaakt (stap 5). Dat kan op basis van de betrokkenen uit de Verwijsindex, maar natuurlijk ook met partijen die (nog) niet in de Verwijsindex registreren en het netwerk van het gezin. Er wordt een regisseur danwel een coördinator van zorg benoemd die met het gezin kijkt naar hetgeen wat er dient te gebeuren. Het plan gaat uit van de vraag van het gezin, maar wel met veiligheid van de kinderen als professionele verantwoordelijkheid.

Coördinatie van Zorg; Plan van Aanpak; wie doet wat en wat niet? Wie worden betrokken? Dat is voor een volgend blog. Voor nu is de boodschap: help professionals door de bomen datgene te zien waar het om gaat en geef een integrale boodschap: signaleren van zorg en actief opvolgen van signalen. Met de stappen van de Meldcode voor professioneel handelen en de Verwijsindex als hulpmiddel om het samenwerken over alle domeinen te bevorderen.









vrijdag 8 maart 2013

Verwijsindex: een dood paard of doet het ertoe?

"Waarom doe je dit? Het werkt toch niet..."Ik hoor het regelmatig als ik een presentatie geef over de Verwijsindex.

Die Verwijsindex: het systeem bestaat al enige jaren en toch zijn er veel regio's waar het niet optimaal werkt. Professionals vinden het teveel werk; bureaucratie; een extra handeling en voor wat? Ik hoor de argumenten telkens weer:
  • ik ken iedereen die betrokken is bij mijn klant
  • er zijn al korte lijnen in onze wijk / stad
  • klanten vertellen mij alles, écht alles
  • een signaal en dan? Dan moet ik toch nog steeds wat doen?
  • collega's gebruiken het systeem ook niet...
En toch, en toch geloof ik in het systeem. Als hulpmiddel welteverstaan! Het is simpel, snel en voor veel professionals te gebruiken. Het werkt domeinoverstijgend en met de juiste visie erachter, helpt het niet alleen de professionals maar ook de jeugdige om wie het gaat. En natuurlijk: een groot deel van de matches zijn bekend: nou en? Op korte termijn misschien, maar ook op de langere termijn? Wat als jij als professional een prachtig traject hebt gehad maar na verloop van tijd gaat het toch weer minder? Dan is het prettig als je zichtbaar bent en toekomstige professionals al je contactgegevens snel inzichtelijk hebben. Ze kunnen (mét instemming natuurlijk) contact opnemen om te horen wat er heeft gewerkt. En voor die klant: als hij het even niet meer scherp  heeft en niet verder komt dan "ik had een supercontact met Jan, maar zijn achternaam? Geen idee.." Voor hem is het prettig als hij daar niet naar hoeft te zoeken, maar die informatie gewoon tevoorschijn komt.

Natuurlijk: het werkt alleen als iedereen het systeem gebruikt en is vooral geschikt voor de midden- en langere termijn. De 1e match is meestal geen verrassing (sterker nog: veelal weet je dat je een match gaat veroorzaken!). Maar die 3e of 4e partij? Daarvan hoor ik regelmatig dat die nieuw was. Opeens krijgt een VMBO-school een match met de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) op een leerling die onverwachts verdwenen was. De zorgcoördinator was maar wat blij dat hij wist dat die leerling in beeld was en kon waardevolle informatie aan de RvdK leveren. Of die jgz-verpleegkundige die zich met de basisschool zorgen maakte om een meisje in de middenbouw omdat het meisje sociaal-emotioneel niet lekker in haar vel zat. Komt er opeens een match met Bureau Jeugdzorg! Waarom? Omdat politie een zorgmelding van huiselijk geweld had gedaan. Geweld in het gezin waar school niets van wist omdat ouders dit niet wilden of durfden te vertellen.... maar gezamenlijk konden ze hulp regelen: voor het gezin en het meisje!

Dat zijn de matches die er toe doen! Dat zijn de kinderen waar het om gaat. En ja: dat zijn niet alle matches. Dat is een minderheid, maar toch zijn het die kinderen dat ik met overtuiging kan en wil vertellen over de Verwijsindex!

En de Verwijsindex staat voor meer: vroegsignalering; brede aansluiting; 1 Gezin 1 Plan 1 Regisseur; in gesprek met ouders en jeugdigen; samenwerken; over je eigen schutting durven kijken etc. Maar daarvoor is een blog te kort....

zondag 27 januari 2013

Opdrachten over mode-woorden? Of nieuwe visie?


Inmiddels een aantal maanden verder sinds mijn 1e proefblog. Nul23 is in business: de opdrachten zijn er; het acquireren is begonnen en de website bijna opgeleverd. Het is met vallen en opstaan ontdekken hoe zaken werken. BTW, belastingen, zakelijke afspraken maken en offertes opstellen. Een boeiende en leerzame ervaring.

Maar veel belangrijker: ik heb opdrachten die bij mij passen. Waar ik passie en energie in kan leggen. Opdrachten die er (hopelijk) toe doen!

Verwijsindex Utrecht: het plan van Aanbevelingen is geschreven en daar ligt zeker mijn visie in. Mijn visie is dat je niet over mensen praat, maar mét mensen. Je betrekt iedereen die bij een gezin betrokken is bij het gesprek. En dan heb ik het niet alleen over professionals die toevallig bij het gezin betrokken zijn, maar vooral over het gezin zelf en hun informele netwerk! Zij zijn degene die blijven, professionals zijn in zekere zin maar passanten in het leven van dat gezin. Passanten die een belangrijke bijdrage kunnen leveren, maar uiteindelijk toch stoppen met hun hulpverlening of begeleiding. De betrokkenheid van een professional is eindig, maar het netwerk van een gezin niet. Samen moeten zij verder. Mét de adviezen van die professional, maar op eigen kracht en met de eigen regie.

Eigen kracht en Zelfregie: zijn  het mode-woorden? Misschien wel. Maar ze vertegenwoordigen wel een houding die heel wat vraagt bij de professionals. Want het betekent: loslaten; wellicht jezelf overbodig maken omdat er anderen zijn die jouw stukje werk over kunnen nemen; uitgaan van wat het gezin op dat moment belangrijk vindt (en wat niet altijd hetgene is waar je zelf voor zou kiezen) en actief op zoek naar mensen in het netwerk die kunnen helpen bij de steun van het gezin.

Een andere aanpak? Deels. Een andere visie? Deels. Maar volgens mij is het een visie waar het gezin en de professional beter van wordt en daarmee is het een visie die ik in al mijn opdrachten mee zal nemen.